HOME
Allerlei

Dagboek beschreven door Roelie... foto's:
Links/midden: het internaat - de dorm - onder/achter ons appartement in de schaduw!
Rechts: Roelie maakt dagboek in haar werkkamer - de logeerkamer.

--

Reageer... stuur ons een email (klik op deze tekst!)

 

 

De week van zondag 2 - zaterdag 8 november

Het wondere wereldje van de mieren….
(of: De strijd tegen de mieren…)
De vorige keer eindige ik ons dagboek met de belofte iets te schrijven over de mieren. Nu moeten jullie geen wetenschappelijke verhandeling verwachten of een prachtige fotoreportage, want die zijn er genoeg in omloop.


Jaren geleden heb ik een heel interessant boekje gelezen over Mieren. Op de één of andere manier raak ik altijd gefascineerd door deze nijvere diertjes. Helaas ben ik het meeste uit dat boekje alweer vergeten. Maar iets dat ik nooit vergeet is dat één van onze jongens, toen hij een jaar of 10 was, in een bepaalde test ons gezin moest vergelijken met dieren. Hij vond dat ik een Mier was, hij had een mier getekend die een heel groot blad droeg, het commentaar erbij: een mier kan iets dragen dat zwaarder is dan hij zelf. Hmmm, als hij zo’n beeld van mij had, keek hij best hoog tegen me op. Nu, soms had ik ook wel eens het idee dat ik meer moest dragen dan ik aankon. Maar Goddank,  de Bijbel bemoedigde met de woorden uit  1 Korinthiers 10:13:

U hebt geen beproeving te doorstaan die niet voor mensen te dragen is. U kunt op God vertrouwen; Hij zal niet toelaten dat u boven uw krachten beproefd wordt. En wanneer u beproefd wordt, zal hij ook voor uitkomst zorgen zodat u de beproeving doorstaat.

Nu, gaat het hier wel over beproevingen, ik denk dat je het breed mag opvatten. En dat is ook mijn ervaring, anders zat ik hier niet meer. God draagt ons door alles heen!

Nu we het toch over de Bijbel hebben, ook in de Bijbel staat iets over de mieren, blijkbaar was de Spreukendichter ook gefascineerd door deze interessante beestjes.

De mieren – zij zijn zwak, toch leggen ze voor de hele winter een voorraad aan;”  Spreuken 30:25
Kijk naar de mier, luiaard, volg haar doen en laten, dan zul je wijs worden.”  Spreuken 6

Nu, dat is duidelijke taal. Nu was ik niet bepaald lui, maar toch keek ik naar de mieren, en of ik er wijzer door ben geworden is de vraag.
In Nederland heb je meestal alleen buiten “last” van mieren of als je de vloer in een benedenhuis niet goed schoon houdt, enz.
Maar in tropische landen zijn mieren bijna huisdieren. Weliswaar ongewenst, maar in elk geval onuitroeibaar.
Hier volgt dus een ooggetuigenverslag:

 

Het begon met de suikerpot. Vorige week ontdekte ik opeens dat mijn suikerpotje , dat eigenlijk een leeg jampotje is met schroefdeksel, belaagd was door een hele kudde mieren! Tot mijn stomme verbazing waren ze blijkbaar onder het deksel tussen de kiertjes doorgekropen.  Nu ben ik niet vies van mieren, ik beschouw ze als opruimertjes. Net als spinnen, nuttige diertjes dus. Ook heb ik nog nooit gehoord dat ze ziektes en plagen overbrengen zoals muggen en vliegen. Maar iedereen zal het met me eens zijn dat je ze nu echt niet de vrije teugel hoeft te laten in je suikerpot of etenskasten

Ik ben zo vrij geweest ze te verwijderen. Ik heb ze naar buiten gelokt door een druppel honing aan de buitenkant van het potje te strijken en het potje heb ik in een bakje water gezet. De plaats waar de suikerpot stond op het keukenkastje heb ik goed schoongemaakt, dat kostte wel veel miertjes het leven. Ik vond het wel een beetje zielig hoor.

Toen werd mijn aandacht getrokken door een hele colonne mieren die langs het plafond op een bepaalde plaats naar beneden liepen met een bochtje naar rechts, dan boven langs de deurpost van de badkamer  en in de hoek naar beneden. Zoals gezegd: het was een hele colonne.  Ik dacht: waar gaat dat naar toe? En waar komt dat vandaan? Dus ik volgde de stroom. De ging op ooghoogte de badkamer deur binnen. Niet dat die openstond, maar deze miertjes waren zo klein, echt van die ini-minibeestjes, naar schatting anderhalve millimeter lang en nog geen millimeter breed, laat staan hoe hoog ze op hun pootjes staan, dus die kropen gewoon tussen de kieren door, net als bij dat suikerpotje, waarvan ik het deksel later wat steviger heb dichtgedraaid. Ik ben ietsje forser, dus om te zien waar de reis naar toeging, deed ik de deur open. Ze gingen, nog steeds op ooghoogte, meteen de hoek om en aan die wand hangt een kastje  en tussen de muur en dat kastje zit ongeveer 1 centimeter ruimte en ik zag dat iets onder de rand in de muur een gaatje was, waarschijnlijk van een vroegere schroef of zo. En daar was hun ingang. Oké, dat wist ik dus. Nu naar de andere kant van de kamer. Ik volgde de stoet langs het plafond in de andere richting. Na heel wat meters gingen ze de bocht om, nog steeds de rand van het plafond volgend, en dan met een bocht naar beneden tot onder de raamgrens, dan het raam volgend en daar ergens via het raam naar buiten. Tja, wil ik dit wel? Als ik nu dat gaatje eens afsluit, dan gaan ze wel terug en zoeken een ander plekje. Ik stopte het gaatje in de badkamer dicht en wachtte af. Heb je wel eens zo’n colonne gezien? Het is net een drukke tweebaansweg, met inhalen en al. Heel interessant. Bij het afgesloten gat was paniek ontstaan. Ik zag de vertwijfeling. Ze gingen terug langs dezelfde route, en nu komt het: de terugkerende mieren zochten contact met de mieren die nog op weg naar het holletje waren. Ze stonden dan even stil en het leek of ze even wat tegen elkaar zeiden en dan zag je sommigen rechtsomkeert gaan, dit was dus al een metertje of twee vóór het gat. En net als bij mensen: sommigen luisterden direct, anderen wilden met eigen ogen zien of het waar was dat het hol gesloten was en liepen door. En als zij met hun eigen sprietjes gezien hadden dat het waar was gingen ze terug. Op een zeker moment zag ik dat de doorlopers nog maar tot een bepaald punt gingen, nog voor ze de badkamer bereikt hadden en dan teruggingen. Het opmerkelijke was dat ze afzonderlijk tot dat bepaalde punt gingen om dan terug te keren op hun schreden. Zouden ze een geurstofje achtergelaten hebben? En ook nog iets anders opmerkelijks in de tussentijd: ongeveer waar de stroom van beneden naar boven bij het plafond aankwam was een ophoping. Het leek wel een vergadering. Dat duurde ook een hele tijd. Sommige miertjes verlieten de vergadering en gingen toch nog richting badkamer, maar velen bleven in de vergadering steken en gingen later terug. Omdat ik intussen al een half uur aan het gadeslaan was, inclusief mijn gemene actie om het gat te dichten, besloot ik om maar eens mijn middagslaapje te gaan doen, want eigenlijk was ik onderweg, toen ik die stroom ontdekte. Na minstens anderhalf uur ging ik weer kijken en zag dat ze zich niet voor één gat hadden laten vangen. De verkeersstroom was weer druk op gang gekomen en bij nadere inspectie ontdekte ik dat ze een andere ingang hadden ontdekt. Namelijk in de openingetjes van de schakelaar van de ventilator die vlak naast de deur zit. Hmmm,wat nu?Voorlopig liet ik het maar even zo. De volgende dag zag ik dat de verkeersstroom nog steeds volop de route volgde. Ik voelde mezelf best gemeen, omdat ik het eigenlijk zulke slimme beestjes vind, maar ik vond ook dat mieren buiten ons huisje horen, dus legde een doekje over die schakelaar. Toen ik later weer eens keek, was de stroom verdwenen. Blijkbaar hadden ze de hint begrepen.
Sindsdien waren mieren de hele week bijna een obsessie voor me. Telkens ontdekte ik op een andere plaats een stoet mieren op zoek naar voedsel. Ik bleef aan de gang met mijn vochtige vaatdoek, en maar schoonhouden, maar het kon nog zo schoon niet zijn, of ze doken weer ergens op.
Nu, een week later zag ik dat de oude route ook weer in gebruik is, iets minder intensief, en de route eindigt nu achter een hangende keukenkast. Ik kan ze daar niet verder volgen.
De enige remedie om ze zoveel mogelijk buiten de deur te houden is schoonmaken en nog eens schoonmaken en altijd je gebruikte keukengerei in water zetten, als je nog niet aan de afwas toe bent.
Waarom nu dit uitgebreide verhaal? Ach, ik wilde jullie even laten meegenieten van die wonderbare diertjes, die zoals een fout geloof beweert, toevallig ontstaan zijn. Ik vind het geweldig dat ze zo kunnen communiceren en op de een of andere manier altijd in de gaten hebben dat er ergens iets te halen valt, op de voor mijn begrip meest onlogische plaatsen.

Maar ik ben echt niet de hele week bezig geweest met het observeren van mieren en schoonmaken van ons huisje. Gelukkig hebben we ook andere dingen kunnen doen.

Zondag was de eerste van de maand. Dat betekent: in de samenkomst: viering van het “Avondmaal” of zoals sommigen het noemen, “de maaltijd van de Heer”. “Open sharing” dat houdt in dat iedereen die wil de gelegenheid heeft om iets te vertellen of mee te delen, iets persoonlijks of iets dat iedereen aangaat. En dan na de samenkomst de “pot-luck”. Dat is dus de lunch waar iedereen die meedoet iets voor meebrengt, een zelfgemaakt gerecht of iets eetbaars wat je gekocht hebt. Chips of koekjes e.d.
We hadden een goede tijd met elkaar.

   

 Eindelijk  heb ik Sinco zover gekregen dat hij een keer met mij naar de oceaan is gewandeld. Als je het hek uitgaat ,kom je op de weg die je in twee richtingen kunt nemen. Ga je links af dan kom je uiteindelijk in Kimbe, ga je rechtsaf dan kom je na een kwartier lopen uit bij de oceaan. De geplaveide weg maakt een bocht naar rechts, maar als je rechtdoor gaat bereik je de kust. Het was daar niet bepaald een toeristische route, waar het land ophield, was een steile afkalving van de grond. Een enorme boom waarvan een deel van het geweldige wortelstelsel door het water ontbloot lag, diende als trap om de ongeveer 3 meter lage plek te bereiken waar je het water in kon. Het mocht zelfs de naam strand niet dragen. Maar omdat het mij om het zwemmen te doen was, voldeed het prima. Terwijl Sinco onder de boom in de schaduw zijn meegebrachte boek trachtte te lezen heb ik heerlijk gezwommen, terwijl ik genoot van de ruige kustlijn op die plaats en de laagstaande zon die langzaam verdween achter dikke indrukwekkende wolken boven de vulkanen van het schiereiland. Ik zei, dat Sinco trachtte te lezen, ik denk dat hij meer aan het opletten was of ik niet verdween onder water. Je weet het tenslotte nooit met haaien en zo. Maar die waren hier niet denk ik.
De volgende keer neem ik een fototoestel mee om wat plaatjes te maken. Ik zag ergens aan de kant een boomstam, dat leek net een plantenbak, volgegroeid met “onze kamerplanten” en een andere boomstam op zijn kop, helemaal door erosie uitgehold, dat leek wel een heel alternatief tuinstoeltje, interessant om al die holle vaatjes te zien die eens boomwortels waren geweest. Helaas lag er allemaal glas in. Papua’s blijken net als Westerse mensen de neiging te hebben troep te maken. Helaas dat de zogenaamde beschaving met zijn glas en plastik verpakkingen ook dit werelddeel bereikt heeft. Afvalbakken in de vrije natuur zijn hier nog niet, die zouden ze er bij moeten leveren.
Toen we terug liepen kwamen we natuurlijk mensen tegen en iedereen groet hier of maakt een opmerking. Dan blijkt dat het toch wel zaak is om eens wat meer studie van het de plaatselijke taal te maken. Tegenover ons hek aan de overkant van de weg staan twee open hutjes. Daar verkopen ze vaak kokosnoten. Dit keer zaten er een paar mannen en een vrouw met wat kinderen.  Een van die mannen wenkte ons en nodigde ons uit om even een poosje op het bankje te zitten. Zo begon onze eerste echte les in de buitenwereld. Deze man, die daar vlakbij woont, sprak ook wat Engels, dus hij kon ons wel wat leren. Dat was best leuk.

Even iets anders. De wasmachine waar ik hier gebruik van mag maken liet het vorige week afweten. Ik had natuurlijk aan iemand anders kunnen vragen om haar wasmachine voor een keer te mogen gebruiken, maar dan moest ik mijn huisje uit en op en neer gaan lopen. Daar had ik niet veel zin in, dus zo goed en kwaad als het ging heb ik toch de was gedaan. De machine draaide niet, dus heb ik het maar ouderwets gedaan door het goed op en neer te bewegen.  De centrifuge deed het wel, dus dat scheelde, maar ik was wel de hele morgen bezig. Bij Beulah stond nog steeds een automatische in de aanbieding, maar omdat ik nog niet zeker was of ik dat wilde, ben ik daar nog niet op in gegaan. Nu heb ik toch maar gevraagd hoe het zit? Nu ik kan hem op proef krijgen maar Kelly, haar man had nog even geen tijd om te installeren, dus zolang mocht ik haar automaat gebruiken. Dat heb ik dus vandaag gedaan, omdat ik de hele week alles opgespaard had, waren de porties groot genoeg en nu weet ik wel wat ik wil. Ideaal! En om de kosten hoef ik het niet te laten.  Ze rekenen een bedrag vanwege de door hen betaalde transportkosten. De machine die ik kan overnemen is nog prima, zij hadden tijdens hun verlof in Engeland enkele machines gekregen, ik geloof dat die over waren na een soort bazaar of zoiets. Nu dat komt me goed uit, want ik ga steeds meer tijd nodig krijgen voor het bibliotheekwerk.

Woensdagavond was de ladiesmeeting. Een van de dames had een soort Bijbelstudie. Het ging er over of je ook “nee” kunt zeggen als iemand je iets vraagt, en waarom dat voor de meeste mensen zo moeilijk is. Iedereen had daar wel in meerdere of mindere mate moeite mee. En aan de hand van de Bijbel liet ze zien dat de Here Jezus ook wel een “nee” zei en wanneer dat dan gerechtvaardigd is. Soms moet je een reden opgeven, soms niet, enz.
Nu, ik ben op een leeftijd dat ik wel een beetje geleerd heb om af en toe nee te zeggen. Niemand heeft er wat aan als mensen zich over de kop werken en het is goed om niet standaard over je grenzen te gaan.
Daarna was er gelegenheid om iets van jezelf te delen. Het gesprek kwam er al gauw op dat er op dit terrein eigenlijk zoveel te doen is, dat nee-zeggen toch op de één of andere manier problemen geeft.  Eigenlijk heeft iedereen een vastomlijnde taak naast het gezin, veel vrouwen hier hebben een gezin met kinderen, dus als er extra dingen gedaan moeten worden kan dat soms erg overbelastend zijn voor de enkelen die dat op zich nemen. B.v. op het gebied van gastvrijheid, als er gasten komen voor bepaalde tijd, dat kunnen enkele gezinnen zijn of groepen die een paar weken komen helpen.. Nu volg ik helaas nog steeds niet alles als een groep mensen met elkaar heen en weer zitten te praten en dat is nog steeds heel vermoeiend. Op een gegeven moment ben ik opgestapt, ik was niet de eerste. Dat schijnt normaal te zijn trouwens. Ik kreeg het idee dat ze er op deze manier niet echt uitkwamen. Ik bedacht: zou het niet een idee zijn om uit te zien naar meerdere arbeiders in deze wijngaard? Het lijkt mij legaal als hier nog een echtpaar (gezin) komt, of een paar singles, die de bediening van gastvrijheid op zich nemen en in de overige tijd inspringen waar nodig is? 
Als iemand die dit leest zich aangesproken voelt, denk er dan eens over na…
Ik zal mijn gedachten wel eens ventileren hier en wellicht kunnen we het als een gebedspunt doorgeven.

Het is alweer een heel eind leesvoer, dus ik laat het hier bij.

Van de week overleed hier een geliefde oudere papuaman, die veel betekende in dit gebied. We hoorden al de hele avond luid gehuil. Dat ging de hele nacht door, zij het iets zachter. de volgende dag weer in alle heftigheid, 's avonds weer wat minder.. en de derde dag idem... Volgende week zal ik uitgebreider vertellen hoe de Papua’s reageren als er iemand is overleden.

PS. van Sinco... Net een luide gil uit de keuken. Roelie! Er zat een enorme pad achter het gasstel... hoe die binnen is gekomen? Hierbij een fotootje. Een hond had eens geprobeerd zo'n pad op te eten maar die hond is enkele dagen zo ziek als een hond geweest. Ik zal hem dus maar niet aan onze huisslang (een boom-boa constrictor) voeren :)

Groeten van Sinco.